De meest voorkomende wormsoorten bij de hond zijn spoelwormen (Toxocara en Toxascaris) en lintwormen (Dipylidium, Taenia spp.). Beide soorten leven in de dunne darm.

 

Spoelwormen

In Nederland komen spoelwormen bij 5 tot 10% van de honden in de darmen voor. Ze leven in de dunne darm, zijn geelwit tot roze van kleur en rond van vorm. Spoelwormen kunnen van enkele centimeters tot wel achttien centimeter lang worden. Spoelwormen worden vrijwel nooit in de ontlasting aangetroffen, maar soms wel in het braaksel. Als de wormen ingedroogd zijn, zien ze eruit als opgerolde elastiekjes. Spoelwormen produceren veel eitjes die met de ontlasting worden uitgescheiden. De eitjes zijn niet zichtbaar met het blote oog. Ze zijn pas na enkele weken besmettelijk als zich in het eitje een larf heeft ontwikkeld.

 

Besmetting

Besmetting kan optreden als een hond gegeten heeft van besmette prooidieren of van grond waarin de spoelwormeitjes aanwezig zijn. Een besmetting kan zo ook telkens opnieuw plaatsvinden. Eenmaal in de darm komen de larfjes vrij uit de eitjes. Bij volwassen honden ontwikkelen de larfjes zich meestal niet verder en gaan over in een rusttoestand in weefsels als de darm, lever en long. Bijna alle honden komen in hun leven wel eens een keer in aanraking met spoelwormeitjes en hebben als gevolg daarvan larfjes in rustfase in hun lichaam.

 

Als vrouwelijke dieren drachtig zijn, maken de larven een trektocht naar de baarmoeder en de melkklieren. Op deze manier kunnen pups zich besmetten via de moedermelk en al vóór de geboorte, in de baarmoeder. Het is daarom niet vreemd dat nagenoeg alle pups last hebben van spoelwormen.

 

Symptomen

Wormen verminderen de conditie van een huisdier. Vooral met spoelwormen besmette pups groeien slecht. Ze blijven mager, maar kunnen desondanks een ‘dik’ buikje hebben. Ze kunnen diarree en gasvorming krijgen omdat wormen de darmwerking verstoren. Soms braken de dieren de wormen uit. Of ze hoesten de larven op als deze op hun trektocht door het lichaam de longen passeren, waarna ze worden doorgeslikt. Bij volwassen honden merkt u meestal niets van een spoelworminfectie. Soms is er sprake van wat dunne ontlasting en zijn ze niet optimaal in conditie.

 

Diagnose

Diagnose vindt plaats door klinische symptomen en/of door microscopisch onderzoek van de ontlasting op de aanwezigheid van wormeitjes.

 

Behandeling

Ontworm honden volgens het onderstaande schema:

  • Fokteven: ontworm de teef vóór de loopsheid waarin ze wordt gedekt.
  • Verder na de geboorte tegelijk met de behandeling van de pups.
  • Pups op de leeftijd van 2, 4 en 6 weken, daarna op 2, 4 en 6 maanden.
  • Volwassen honden minimaal twee, maar liefst vier keer per jaar.
  • Als er wormen gezien worden, behandel het dier dan vaker.
  • Denk eraan dat alle aanwezige honden en katten tegelijk behandeld moeten worden.

 

Preventie

Deze maatregelen zijn vooral bedoeld om als mens niet onnodig met de ontlasting van uw huisdier in aanraking te komen: verwijder de ontlasting die aan de haren kleeft rond de anus van hond; reinig regelmatig de ligplaatsen van de hond; laat huisdieren niet uit op kinderspeelplaatsen en ruim de ontlasting van de hond direct op (schepje, zakje)! Daarnaast dienen huisdieren, zoals eerder vermeld, regelmatig volgens schema ontwormd te worden!

 

Risico voor de mens

Spoelwormeitjes kunnen overal in onze omgeving zijn, zowel binnen als buiten. Ze zijn vrijwel ongevoelig voor grote hitte of vorst. De eitjes zijn zelfs na lange tijd nog steeds besmettelijk. Mensen, met name kleine kinderen, kunnen zich besmetten door contact met besmette grond (zandbak, tuin, park). De larven die na een besmetting uit de eitjes komen, maken ook bij de mens een trektocht door het lichaam en kunnen overal kleine ontstekingen veroorzaken. Dat is bijvoorbeeld gevaarlijk als het om de ogen gaat. De larven ontwikkelen zich bij mensen overigens niet tot volwassen wormen, maar blijven in een rustfase. Uiteindelijk gaan ze te gronde, omdat ze door het lichaam worden opgeruimd.

 

Lintwormen 

Lintwormen van de hond leven in de dunne darm en kunnen, afhankelijk van de soort, van één centimeter tot wel enkele meters lang zijn. Ze zijn wit van kleur en afgeplat van vorm. Lintwormen bestaan uit een kop en een groot aantal segmentjes die gevuld zijn met eitjes. De kop zit vast aan de darmwand. Als de achterste segmentjes rijp zijn, laten ze los en kruipen uit de anus.

 

 

Besmetting

Vlooienlarven kunnen de eitjes eten die uit de ingedroogde segmenten vrijkomen. De larve, die in het eitje zit, ontwikkelt zich in de vlo tot blaasworm. Als uw hond de vlo oplikt, komt de blaasworm in de darmen terecht en kan daar weer uitgroeien tot een volwassen lintworm. Ook muizen en andere prooidieren kunnen zich besmetten door de eitjes van andere soorten lintwormen te eten.

 

Symptomen

Soms zijn segmenten van de lintworm zichtbaar in de ontlasting of kleven aan de vacht. Als de segmenten indrogen zien ze eruit als rijstkorrels. Ze zijn dan vaak te vinden rond de anus en de staart en op plaatsen waar het dier heeft gelegen. Over het algemeen zal de hond niet ziek zijn van een lintworminfectie.

 

Behandeling

Ontworm de hond altijd als er stukjes lintworm worden aangetroffen. Maak de ligplaatsen altijd goed schoon en bestrijd vlooien bij alle aanwezige huisdieren en hun omgeving.

 

Risico voor de mens

De gewone hondenlintworm kan in een enkel geval een kind besmetten, als deze besmette vlooienlarven opeet van de vloer. Dit heeft echter geen nadelige gevolgen.