De jonge duiven.

 

2015: Een nieuwe start op een nieuwe locatie!

 

Eind 2014 hebben we onze intrek genomen op de Bunyip Farm. Voor mijn duivensport betekend dat, dat ik dit jaar alleen vlieg met jonge duiven. Het overwennen van oude duiven zie ik niet zitten. Slechts 7 kweekkoppels heb ik meegenomen als basis. Ik heb drie rondes gekweekt. De eerste twee rondes leverden 27 jonge duiven op, welke voor de wedstrijdsport worden ingezet. De derde ronde wordt niet uitgewend en achter de hand gehouden voor aanvulling van de kweekploeg of voor de verkoop.

 

Voor de vlieg jongen werd een hokje gebouwd van 3 x 2 meter en 2 meter hoog. Van voren geheel open. Dus een jonge duiven hok in de zogenaamde doosvorm. Ik hecht veel waarde aan deze hokvorm, omdat de jonge duivenvluchten laat in het jaar zijn en ik me geen zorgen hoef te maken wat betreft koude tijdens de vluchten. Een hok met een geheel open voorzijde garandeert voldoende zuurstof en de overige zijden en plafond potdicht geeft geen tocht. Van binnen is het hok zo ingericht dat ik de zitplaatsen verduisteren kan. De jongen worden verduisterd van 21 maart tot 21 juni; 18:00 uur de verduistering ervoor en 08:00 uur weer open. Eind juli doe ik de verlichting aan, twee normale spaarlampen, van 06:00 uur tot 22:30 uur. De verlichting blijft zo branden tot de laatste jonge duiven vlucht. Dan gaat het licht uit en is het tijd voor de rui. De jongen zijn uiteraard gekweekt met SBN poeder en zo als het nu lijkt, blijf ik het SBN poeder altijd doorgeven. De aangetoonde aanwezigheid van de toxines in het voer geeft mij het gevoel dat ook de oude duiven hiervan zeker geen voordeel hebben. SBN poeder schakelt de schadelijke werking uit en ik hoop daar ook bij de jaarlingen, volgend jaar, profijt van te hebben.

 

De jonge duiven hebben de eerste twee weken plaats kunnen nemen in een kleine ren achter de vliegopening van het hok. Daarna heb ik de ren weggenomen en konden de jongen dagelijks een uurtje naar buiten. Bij dit proces van uitwennen probeer ik zoveel mogelijk buiten aanwezig te zijn. Ik woon namelijk in een roofvogel rijk gebied en probeer mijn jongen door mijn aanwezigheid zo goed mogelijk te beschermen.

 

Vanaf half mei begin ik met opleren. Voorzichtig met kleine stappen. Eerst 1 km, dan 3 km,  dan 6 km, 10 km en zo verder. Ik breng ze tot maximaal 45 kilometer weg. Mijn idee is dat de jongen op deze manier in eerste instantie leren te navigeren naar het hok, om na een aantal malen opleren de omgeving in zich op te nemen. Ik hoop daarmee te bereiken dat als de duiven tijdens een wedvlucht in dit bekende gebied komen, ze zich makkelijker uit het klad losmaken en naar hun eigen hok komen. In het nog verder wegbrengen om conditie te bouwen hecht ik geen waarde. Deze conditie moeten ze opbouwen door de normale trainingssessies bij huis. Naar gelang de weersomstandigheden trainen ze tweemaal per dag 45 minuten tot een uur. Het wegbrengen probeer ik tweemaal per week te doen. Als de vluchten eenmaal zijn begonnen, breng ik ze eenmaal per week weg.

 

Het medische plaatje ziet er als volgt uit :  De jongen worden ruim een week voordat ik begin met opleren geënt tegen paramyxo en pokken. Tevens laat ik ze dan door de duivendierenarts controleren. Ik houd mijn jonge duiven nauwlettend in de gaten en als ik ook maar even het vermoeden heb dat er een ziekte opduikt, laat ik een aantal duiven onderzoeken en volg de behandelingsadviezen van de dierenarts op. Ik kuur niet preventief of op de bonnefooi. Ik ben van mening dat het erg belangrijk is dat je je als serieuze duivenhouder, de kunst van het herkennen van ziektesymptomen, meester moet maken. Jonge duiven zijn, naar mijn mening, eerder vatbaar voor ziektes dan oude duiven. Soms is uitzieken de beste remedie, maar soms moet je op tijd ingrijpen. Het gezond houden van je ploeg jonge duiven is de grootste uitdaging van elk jonge duiven seizoen. Ik geef absoluut geen supplementen en/of gezondheidsdrankjes. De waarde van dit soort stoffen is naar mijn mening nul. Een goed duivenvoer, voldoende grit, roodsteen en mineralen en voldoende vers drinkwater in een schone drinkpot volstaat. Het duivenvoer wordt ten allen tijden behandeld met SBN poeder om een goed ontwikkeld oriënteringsvermogen mogelijk te maken en de schadelijke werking van de gifstoffen in het voer uit te schakelen.

 

De jongen zijn ondergebracht in een hokje met zitschapjes. Verder houd ik het hok leeg en sober. Er ligt ook niks op de vloer. Dit betekend regelmatig schoonmaken. Drie keer per week als alles gezond is en er droge mest en dons ligt. Is het vochtig door weer of andere omstandigheden, maak ik dagelijks schoon. De dag voor de eerste maal inkorven voor de vluchten strooi ik een flinke laag erwtenstro in het hok en zet hier en daar een kartonnen doosje met een gat erin neer. De jongen mogen vrij aanparen en dat blijft zo tot het einde van de vluchten.