Woensdag 18 mei

Eindelijk een weekje wat rustiger en dus wat meer tijd om aandacht aan mijn duiven te schenken.

 

Afgelopen zaterdag een fraaie duivendag voor iedereen. Redelijk weer met een noordwesten wind. Uiteraard vielen de vroege duiven aan de oostzijde van ons rayon en samenspel, maar dat hoort nu eenmaal bij onze sport. Toch waren de verschillen al wat minder groot omdat we de eerste midfondvlucht vervlogen met voor mij een afstand van 357 kilometer.

 

Het mag duidelijk zijn dat als je je duiven wilt meten aan de concurrentie in groot(er) verband, de afstanden van groot belang zijn. Immers een simpel wiskundige rekensom laat zien dat de invloed van wind, die de duiven zijwaarts stuwt, afneemt naarmate de af te leggen afstand groter wordt. Daar kan je lang een breed over ouwehoeren, maar dat is nu eenmaal zo. Net zo eenvoudig kan je berekenen dat een tegenwind de gemiddelde snelheid laat afnemen als de af te leggen afstand groter wordt en dat de wind mee de gemiddelde snelheid laat toenemen naarmate de afstand groter wordt.  Maar dit geldt alleen voor de duiven die in de massa naar huis vliegen.

 

Dus is onze hoop gevestigd op die duiven die zich los maken uit de massa en hun eigen plan trekken door voor de massa uit te buffelen. Kan hij/zij dit alleen volhouden dan spreken we van een zogenaamde “kopvlieger” die ons aan de punten gaat helpen. Deze duiven wijken dusdanig af van de gemiddelde waarden dat zij dus kans maken op een hogere plaatsing op die plaatsen in het rayon waarvan je, wegens de windrichting, geen vroege zou verwachten.

 

Afgelopen zaterdag dus de eerste midfondvlucht. Voor mij wordt dit seizoen van midfond en eendaagse fond vluchten lastig om aan de punten te komen omdat ik nog geen ervaren oude duiven heb en het met een klein ploegje jaarlingen moet doen. De jaarlingen zijn nog erg wisselvallig in hun prestaties. Bij mij elke week weer andere duiven voorop, met telkens weer nieuwe verassingen. Dit zowel positief als negatief. Zo laten de aangewezen jaarlingen het nog wel eens afweten en vliegt een duifje die mij tot dan toe nog niet erg was opgevallen als eerste naar het hok. Prachtig de duivensport! Als je alles van te voren kan voorspellen is het toch een stuk minder spannend !

 

Afgelopen zaterdag begon ik met een derde plaats en was tevens de vroegste jaarling. Dit werd beloond met een fraai vleespakket. Erg leuk om af en toe eens een prijs te winnen! Helaas moet ik nog even geduld hebben voor ik er van kan genieten: de donderdag ervoor heeft de kaakchirurg mij te grazen gehad en het bijten en kauwen van een mals stuk vlees kan ik voorlopig wel even vergeten. De jaarlingen waren allemaal binnen anderhalf uur thuis.

 

Voor morgen heb ik een afspraak gemaakt bij de duivendokter voor een gezondheidscheck van de groep jongen. Ze doen het fantastisch, en vliegen elke namiddag even boven het hok. Een enkele trekt al een poosje weg, dus wil ik ze eind deze week maar eens in de manden stoppen. Even een half uurtje in de mand en dan weer los op het terrein van de Bunyip Farm op zo’n 100 meter afstand. Kunnen ze alvast wennen aan het gepakt worden en in de mand zitten en wachten om gelost te worden. Dan volgende week maar eens even op een paar kilometer afstand lossen.

 

Bij huis verloor ik inmiddels 8 jonge duiven aan de roofvogels. Alle 8 zijn ze daadwerkelijk gepakt en opgevreten. De duiven die door deze aanvallen alle kanten opstuiven komen altijd weer binnen korte tijd terug naar het hok. Ook dit jaar laat de inzet van SBN poeder zich gelden: prachtige jonge duiven, geen dunne mest, geen coli , geen paratyfus en een prima ontwikkeld oriëntering vermogen . Mijn trots en hoop voor de toekomst ! 

 

Morgen even checken op geel, ornithose en wormen, indien nodig behandelen en dan kan het opleren beginnen.

 

Aanstaande zaterdag midfond vlucht 2  voor mij zo’n 420 kilometer. Waarschijnlijk een matige zuid tot zuidwesten wind dus wat hogere snelheden dan afgelopen week. Kan ik weer een “vroege” pakken ? Heerlijk die gezonde spanning vooraf……………………………………..

 


Donderdag 12 mei

En zoals gebruikelijk hebben we weer een intensief weekend en begin eerste helft van deze week achter de rug !

 

Afgelopen weekend, vrijdag t/m zondag was er het prestigieuze Animal Event op het evenemententerrein van safaripark Beekse Bergen. Een van de grotere dieren farmaceutische bedrijven in Europa, Merial, was hier sponsor en was aanwezig met een schitterende stand.

Merial die o.a. de producent is van frontline combo en frontline petcare, is tevens opdrachtgever van ons bedrijf Daisy’s Animal Care gerund door mijn vriendin Desiree. Tevens zijn zij sponsor van het door ons andere bedrijf Fortsupport georganiseerde hondenevenement De Bunyip Trail.  Het hele weekend werd er door Desiree gewerkt op de deze stand en was ikzelf de zondag aanwezig om met interessante standhouder te spreken over deelname aan de Bunyip Trail.

 

Als eigenaren van de kennel From Bunyip Farm waar Australian Cattledogs en Jack Russells met stamboom gefokt en getraind worden, konden we onze harten ophalen bij de vele stands waar allerhande informatie werd gegeven over de hondensport. Ook andere diersoorten waren goed vertegenwoordigd om hun dieren en sportieve mogelijkheden met deze dieren te promoten aan de ruim 30.000 (!) bezoekers. In mijn beleving was de postduivenbranche hier de grote afwezige. Een gemiste kans om het merendeels verkeerde imago van de duivensport te weerleggen, en onze prachtige hobby te promoten.

 

Dan afgelopen zaterdag, prachtig duivenweer maar met de zuidoostenwind een pittige uitdaging voor vooral de jaarlingen.

 

En zwaar hadden de duiven het zeker, concoursen stonden beduidend langer open en velen misten ’s avonds wel een paar of meer duiven op het appel. Vooral diverse jaarlingen bleven achter. Toch zaten er ook enkele jaarlingen bij de vroegen bij diverse afdelingen, maar het was wel duidelijk dat het percentage jaarlingen in de punten veel lager was dan voorgaande concoursen.  

 

Op eigen hok viel mij vooral de gemaakte snelheid tegen. Ik ging er al vanuit de uitslag niet eens te halen, toen bleek dat velen een lage snelheid draaiden. Bij een windkracht 3 uit een zuidelijke richting moet toch zo’n 1600 a 1700  meter per minuut gevlogen kunnen worden. Dit bleek slechts voor een enkeling haalbaar en vloog het gros tussen 1400 en 1500 meter per minuut. Mijn gevoel zegt mij dat de snelheid ongetwijfeld hoger heeft gelegen maar dat de zuidoostenwind de duiven dusdanig uit de route werkt dat de gevlogen afstanden veel groter zijn dan de rechte lijn tussen losplaats en hok waarop nu eenmaal de snelheid gebaseerd wordt.

 

Maar goed, een zware vlucht geeft de jaarlingen weer een stuk ervaring mee voor de toekomst. Een zware vlucht betekend niet automatisch dat er verliezen moeten zijn, ook niet bij de jaarlingen. Dat ze er wat langer over doen, of zelfs de volgende dag thuiskomen hoort nu eenmaal bij het vervliegen van een concours onder deze omstandigheden. Een goed aangelegd en functionerend oriënteringsvermogen is uiteraard essentieel.

 

Mijn eigen jaarlingen ( ik heb alleen maar jaarlingen)  waren allemaal, te laat naar mijn zin ik begon op plaats 40 van de uitslag , allemaal binnen twee uur thuis. Dus ook dit eerste deel van het seizoen nog geen enkele duif verspeeld tijdens de vluchten.

 

Opvallend was de enkelen met stinkende klei besmeurde poten hadden. Ze hadden duidelijk ergens gedronken, maar de stank van de klei aan de pootjes doet mij erg twijfelen aan de kwaliteit van het water dat ze gedronken hebben. En dat dorst de grootste handicap voor de duiven in deze race was, werd duidelijk toen ik een paar keer een “meevlieger” zichzelf in het kanaal om de Bunyip Farm zag laten vallen om te kunnen drinken. De eerste keer dacht ik, die verzuipt, maar binnen enkele seconden vloog de duif weer uit het water en vervolgde zijn weg. Ik had wel eens van dit verschijnsel gehoord, maar nog nooit eerder gezien. Bijzondere beestjes die postduiven !

 

Komende zaterdag de eerste midfondvlucht bij een noordwesten wind. De temperatuur valt tegen met 13 graden maximaal maar zal voor de duiven geen grote problemen opleveren.

 

Met het midfond seizoen begint eigenlijk mijn vliegseizoen, toch weer spannend : kan ik een vroege klokken ? …………………………….

 


Donderdag 5 mei

Eindelijk beginnen de temperaturen een beetje op te lopen.

 

Langere tijd dit jaar was het eigenlijk te koud. Nou ja voor mij en mijn duiven dan. Voor de natuur om ons heen maakt het niets uit. Wat de mensen ook roepen over te koud, te warm, te nat, te droog, wel of geen opwarming van de aarde, de natuur gaat zijn eigen gang en past zich aan.

 

Ik heb de keuze gemaakt om mijn duiven te huisvesten in open hokken. Dus geen dichte voorzijde met ramen maar grof gaas bespannen met horrengaas tegen de hier altijd aanwezige knutten. Hele kleine mugjes maar altijd in flinke zwermen tegelijk. Tijdens het bijlichten in de nazomer komen deze parasieten op het licht af en irriteren de duiven door ze te steken.  Maar goed, open hokken dus, wat betekend dat de duiven eigenlijk gewoon het hele jaar buiten zitten. Weliswaar onder dak en beschut maar de temperatuur buiten is de temperatuur in het hok.  Tijdens een koud voorjaar blijft de forme dus achter en zal er niet hard gevlogen worden op de vitessevluchten. Dat is dan een gevolg van de gemaakte keus wat voor mij niet uitmaakt omdat ik de vitessevluchten als training zie voor de midfond en eendaagse fond.

 

Niet dat ik mijn duiven dan inkorf als trainingsduiven, want dat vind ik onzin. Het betekend minder prijsduiven voor de clubgenoten, en dat ik wat lager op de uitslag sta maakt mij niets uit. Nogmaals dat is de keus die ik gemaakt heb. 

 

Zaterdag staat er een vlucht vanaf Asse-Zellik op het programma. Voor mijn duiven een afstand van 250 kilometer. Waar de duiven uiteindelijk heen gaan is natuurlijk weer een verrassing want de afdeling communiceert niet naar de losse leden zodat je op de inkorf avond van de vereniging pas hoort waar we heen gaan. Erg vervelend als je waarde hecht aan een voerschema aangepast aan de te verwachten afstand en weersomstandigheden. 

 

Het is nog geen vrijdagavond en ik durf het bijna niet te zeggen, maar deze week hebben de roofvogels nog geen duiven opgehaald. Vanmiddag nog een keer trainen en dan een volle bak premium energie met wat extra hennep erdoor. Dat blijft dan staan tot morgen een uur of twaalf. Dan maak ik de bakken leeg en is het alleen nog schoon water tot het inkorven.

 

De partij voor de dieren heeft zich onlangs, zoals wel vaker, flink belachelijk gemaakt. Door hun statement over de kalfjes bij de boeren. Hiermee lieten ze weer voor de zoveelste maal zien dat het hun helemaal niet om het dierenwelzijn gaat, maar om maar weer wat te debatteren te hebben om zo hun zeer goed betaalde baantje in stand te houden. Als hard werkende ondernemer zie ik zo steeds met lede ogen hoe het belastinggeld aan slimme graaiers verspild wordt. 

 

Toch hebben ze dit maal eens een puntje te pakken waar ik het mee eens ben: Ze stellen dat de medewerkers van staatsbosbeheer dierenbeulen zijn omdat ze korhoenders vangen in zweden en uitzetten op de Holterberg. Op de Holterberg waar van oudsher korhoenders aanwezig zijn, dreigen deze uit te sterven. Onderzoek heeft uitgewezen dat de reden hiervoor een gebrek aan voedsel is voor de kuikens. Dit wordt dan weer veroorzaakt door een te hoog stikstofgehalte in de bodem aldaar.

Het uitzetten van nieuwe korhoenders betekend dus dat de kuikens die hieruit geboren worden zullen creperen van de honger omdat er aan het voedselaanbod niets veranderd is.

 

Wauw… wat een inzicht !  Zo moeilijk is dat toch niet !  Plaatselijke populaties dieren vormen een kwetsbaar evenwicht binnen een geschikt biotoop. Alle veranderingen in dit biotoop betekend veranderingen in voedselaanbod en woonomgeving en dus in de populatie fauna.  Het bijplaatsen van fauna lost dus dat probleem niet op en verstoord zelfs op ernstige mate het kwetsbare evenwicht. 

 

Dit geldt niet alleen voor de korhoender. Dat geld ook voor de in grote getalen aanwezige ooievaars in mijn directe omgeving. Die moeten van ellende elke avond terug naar het kweekstation, waar de vogelbeschermers hen gekweekt hebben, om bijgevoerd te worden. Want omdat er te veel zijn, zijn alle lokale weilanden leeg gevreten en dreigen ze te creperen van de honger. Hun aanwezigheid heeft ertoe geleid dat het kwetsbare evenwicht in de lokale natuur totaal naar de kloten is !

 

Waarom schrijf ik dit ?  Omdat het met ons grootste probleem: de overtallige roofvogels exact hetzelfde is.  Het enige goede nieuws, naar mijn mening, is dat het roofvogelprobleem zich de komende jaren vanzelf oplost. De natuur past zich vanzelf aan. Als er bovenin de voedselpiramide te veel predatoren ( roofdieren) aanwezig zijn en er dus onvoldoende voedselaanbod is, zullen deze predatoren vanzelf wegtrekken naar elders of anders creperen van de honger. Dus ook in dit geval zijn de roofvogelbeschermers die doorgeslagen zijn in hun beschermingsdrift, om hun eigen zakken te kunnen blijven vullen, simpelweg dierenbeulen.

 

Wellicht een leuk puntje voor de partij van de dieren ? Al was het alleen maar om jullie goedbetaalde baantjes nog een poosje te kunnen rekken………