Vrijdag 29 april

Iedereen kent dat wel: zo’n dag dat je denkt “ Ik had beter de hele dag in bed kunnen blijven liggen”.

 

Gisteren was zo’n dag wat betreft mijn duivenbezigheden. 

 

Vanavond korven wij in voor de eerste vlucht over de landsgrenzen: Heusden-Zolder in België. De te overbruggen afstand 205 kilometer. Voor de duiven een flinke stap ten opzichte van vorige week. Toen werd er gelost in Wijchen op een afstand van 104 km. De geleerden hadden besloten dat vanwege de koude omstandigheden de duiven maximaal drie uur mogen vliegen. Bij een te verwachten snelheid van zo’n 1200 meter per minuut betekende dit een afstand van maximaal 210 km voor de verste hokken van het rayon. De afdeling besloot het advies ter harte te nemen en verplaatste de losplaats van Duffel ( 220 km ) naar Wijchen ( slechts 104 km. )  Kennelijk bestaat er geen losplaats tussen Duffel en Wijchen ?  De logica ontging mij volledig ! 

 

Dit betekend dus een stap van 100 km in een week. Voor de ervaren oude duiven geen enkel probleem, maar voor mijn jaarlingen die, als jonge duif ook telkens terug gebracht werden door de weersomstandigheden en dus weinig kilometers in de vleugels hebben, vind ik het een flinke stap.  Ter voorbereiding moest er dus flink getraind worden deze week. Het wegbrengen voor een trainingsvluchtje zat er door werkdrukte niet in. Er werd dus getraind bij huis.

 

Gisterochtend bleek het even droog en werden de duivinnen losgelaten.  Na zo’n 25 minuten uit zicht te zijn geweest kwamen ze, zoals elke training, terug boven de Bunyip Farm voor een aantal snelle trainingsrondes.

In mijn ooghoek zag ik hem hoog uit de lucht vallen: een van de vele haviken. Mijn duivinnen zagen hem pas laat, te laat. Het ploegje knalde uiteen maar de havik plantte zijn klauwen diep in het vlees van een van mijn duiven. De zesde van mijn slechts negentien tellende ploegje oude duiven werd slachtoffer van de doorgeslagen beschermdrift van de “roofvogeldeskundigen”. 

Een van deze deskundigen was twee weken geleden te horen in een radioprogramma van lokale omroep radio/tv Drenthe. Hij vertelde dat de postduivenhouders de roofvogels dankbaar moeten zijn voor hun hulp bij het uitselecteren van hun postduiven.

 

Het gevoel in mijn lijf tijdens het sneuvelen van mijn zoveelste vliegduif, laat zich niet in beschaafde woorden omschrijven en het woord dankbaar zit daar niet tussen.  Na nog een uur uit angst te zijn weggebleven kon ik mijn duivinnen binnenroepen en kijken wie er gesneuveld was. Het was de 56. Vorige week mijn vierde duif en een prijsduif. Gek op mijn duiven als ik ben, geeft dit weer een dag een klote gevoel.

 

De jonge duiven komen inmiddels elke dag een poos buiten. Daarbij sta ik altijd buiten, bij het hok. De jongen spelen buiten op het dak en pikken in het gras rond het hok. Een prima manier om het hok en de locatie in te printen. Maar ja er moet toch zo langzamerhand ook gevlogen gaan worden dus ben ik deze week overgegaan op het voeren van de premium start mengeling. Het resultaat was er gelijk: de jongen vliegen boven het terrein van de Bunyip Farm en maken steeds grotere rondes. Een enkeling trekt zelfs al een poosje weg.  Een prachtig gezicht wat mijn nare gevoel van het verlies van mijn duivin vanmorgen een beetje tempert.

 

Voldaan kijk ik vlak voor het binnenroepen naar mijn ploegje jongen op het dak van hun hok. Dan…….  een van de vele sperwervrouwtjes vliegt over het terrein en laat door haar aanwezigheid de jongen in paniek van het hok opvliegen. Boven mijn hoofd ontstaan een chaos van in paniek door elkaar vliegende jonge duiven. De sperwerdame knalt er een paar keer doorheen en weet een van de jongen te pakken te krijgen. Samen vallen ze aan de andere kant van het kanaal naar beneden. Buiten mijn bereik. Ik kan mij alleen maar een voorstelling maken hoe deze roofvogel, even groot als mijn duif en niet in staat een duif snel te doden, levend haar van haar veren ontdoet en stukken vlees van haar borst trekt en opeet. De restanten achterlatend voor de aaseters. 

Maar het is nog niet klaar, De angstige ploeg jongen heeft ook de aandacht getrokken van een van de vele haviken die in de omgeving in de bomen zitten. Ook deze stort zich tussen de jonge duiven die ook niet meer weten wat te doen. De havik zie ik wegvliegen met een van mijn jongen in zijn klauwen. 

 

Het hart bonkt als een bezetene in mijn borstkast, machteloos kijk ik toe en hoe ik ook mijn best doe, ik kan het gevoel van dankbaarheid maar niet vinden.

 

De hele avond komen mijn jongen een voor een terug. Het hok vult zich langzaam weer. Als ik het jong dat doodsbang in mijn dakgoot zit en niet naar het hok durft te komen meetel, ben ik er drie kwijt. 

 

Was ik maar in bed gebleven vandaag ……………………………………………..

 


Zondag 24 april

Ik zal mijn lezers niet telkens vermoeien met mijn regelmatig zeer drukke agenda. Ondernemer in hart en bloed betekend 24 uur per dag ondernemer zijn. Daar kies ik zelf voor en betekend soms prioriteiten stellen. Dan schiet het dagboek er wel eens bij in !  Ik pak hier de draad weer op :

 

Gisteren deden we mee aan de derde vlucht, en vitessevlucht vanaf Wijchen 114 km. Het plan was om naar Duffel te gaan, 220 km. Maar de deskundigen besloten dat het te koud was en dat er op een kortere afstand gelost diende te worden. Tja dan wordt er niet gevraagd naar de ideeën van de individuele deelnemers en is het: mondje open en vreten maar.

Ik had er veertien mee.

 

Vorige week kwam de “69” als eerste duif thuis en werd afgelopen week tijdens de training vermoord en opgevreten door een Havik. Ja hoor, de roofvogel pakt alleen maar de zwakke en zieke exemplaren. De bewijzen dat de roofvogelbeschermers totaal niet weten waar ze het over hebben stapelen zich steeds meer op. Maar ook dat hoef ik u niet te vertellen, elke duivenliefhebber wordt hier telkens mee geconfronteerd en weet dat deze zogenaamde natuurliefhebbers slecht hun straatje schoonvegen en zich in allerlei bochten kronkelen om vooral hun baantje te kunnen behouden.

 

Vorig jaar met negentien jongen aan de wedstrijdvluchten begonnen, dankzij de inzet van het SBN poeder niet een duif verspeeld dus ook dit seizoen met negentien duiven gestart. Helaas werden er voor de eerste vlucht vier duiven door de roofvogels gedood en afgelopen week dus nummer 5.  Voor de rekenaars: 5 van de 19 is een verlies van bijna 25% !  Bij mij zijn de overtallige roofvogels de grootste bedreiging voor mijn hobby.

 

De eerste vlucht twee weken geleden kwamen de duiven prima thuis. In korte tijd allemaal terug en ze zagen er prima uit. Mijn verbazing was dan ook groot toen op de vereniging bleek dat al mijn duiven buiten de prijzen vielen !  Onderzoek door de dierenarts leverde geen bijzonderheden op, vrij van geel, wormen, coccidiose en paratyphus. Spierwitte neusdoppen, geen ontstoken ogen of natte neuzen. Toch moest er wat mis zijn. Ik besloot woensdag een intensieve training te houden waarbij ik de duiven telkens met de vlag op hoge snelheid langdurig aan de gang hield. Het resultaat was uiteindelijk een groepje vermoeide en met hevig kloppende kelen, duiven op de klep. Dus toch, een probleem aan de voorste luchtwegen wat op geen enkele klinische wijze zichtbaar was. Bij de dierenarts een kuur gehaald en donderdag begonnen met de kuur.

 

Dan de keus: vrijdag inmanden of niet ?  Ze waren goed naar huis gekomen alleen wat te laat, maar ja kuren geeft weer conditie verlies en slechts een dag medicijnen en dan weer mee?  Toen ik zag dat er een flinke wind mee zou staan besloot ik toch maar in te korven.  En weer kwamen alle duiven vlot naar huis en stonden zelfs op de uitslag : ik begon op plek 14.  Nou ja slechter dan de week ervoor kon toch niet…. 

 

En dan gisteren, ja koud was het tijdens de vlucht, op de Bunyip Farm kwam de thermometer slechts tot 8 graden. De wind op kop kracht 4 en een week kuren tegen de koppen maakte het de duiven niet makkelijk.

 

Deze thuiskomst konden de duiven rekenen op publieke belangstelling, want mijn vader, dochter en kleinzoon Tim stonden samen met mij de duiven op te wachten. Prachtig gezicht om de duiven een voor een hoog uit de lucht te zien vallen. Een enkele lieten nog even duidelijk zien dat de korte afstand wel erg gemakkelijk werd afgelegd door enkele showrondjes te draaien boven het terrein. De thuisgekomen duiven zagen eruit of ze een trainingsvluchtje hadden gehad van 40 km. Ze konden bij wijze van spreken zo weer de mand in !  ’s avonds bleek ik in de vereniging met een vierde plaats te beginnen.

 

Er zit vooruitgang in en geeft aan dat de duiven bijna weer in staat zijn hun kwaliteit te laten zien.  De Vitesse vluchten zie ik toch als startvluchten en aanloop voor het midfond en eendaagsefond seizoen. Naar mijn mening zijn ligging en weersomstandigheden van zo’n grote invloed op de uitslag van het vitessespel  dat voor mij, wonende aan de uiterste westgrens van het rayon, geen eer te behalen valt.  Komende week maar weer eens volop aan het trainen en wellicht een keer wegbrengen om te kijken of het nog wat beter kan. Ook dat is duivensport: als het even wat minder gaat, de oplossing zoeken en aanpakken !

 

Goed weekend…………………………………. 

 


Vrijdag 8 april

Aanvang vliegseizoen.

 

Hoe het toch altijd zo samen kan vallen begrijp ik niet, maar als ik mij vol wil bezighouden met de optimale voorbereiding voor het vliegseizoen, wordt er vanuit mijn ondernemingen aan alle kanten aan mij getrokken !  Nou ja, dan nog maar wat minder slapen, maar alles moet doorgaan.

 

De jonge duiven zijn er inmiddels vier keer uit geweest en vanmiddag zet ik het hok maar weer open. Ik blijf er de hele tijd bij. Misschien ben ik wat te voorzichtig/bezorgd, maar voor mij is elke jonge duif bijzonder en een kanshebber op goede resultaten. Ik kweek zeer selectief en zet mijn kennis van de genetica volledig in. Tijdens de verzorging neem ik de jongen regelmatig in de handen en beoordeel constant het resultaat van mijn samengestelde combinaties. Jongen met slechte vleugels en of verenkleed heb ik er niet tussen zitten.

 

Ook het toepassen van inteelt doe ik nagenoeg niet ! Het opbouwen van een stam duiven uit een of twee topduiven is naar mijn mening gokken op één paard en niet meer openstaan voor andere, in potentie, kwaliteit opties.

 

Maar goed, wat ik eigenlijk wil zeggen is dat elke jonge duif die ik kwijtraak aan de roofvogel of om andere redenen voelt als een flink verlies. De nonchalance van sommige duivenspelers aangaande het verliezen van de jonge duiven begrijp ik dan ook totaal niet.  Het uitwennen loopt via het boekje. De jongen blijven rustig op en om het hok en vliegen af en toe een rondje boven het hok en het terrein. Omdat ik voor mijn vliegduiven al drie tonnen voer heb staan: Premium start, Premium vlieg en Premium energie van Matador, zie ik de meerwaarde van nog een ton met voer voor de jongen niet in. Het voer wat de vliegers laten staan na zo’n half uur “volle bak” te hebben gehad, wordt aangevuld met Premium vlieg en vormt zo het jonge duiven voer. De hoeveelheid bepaal ik aan de hand van de dagelijkse handkeuring van de jongen. Zowel de vliegers als de jongen krijgen natuurlijk mijn SBN poeder door het voer gemengd.

 

De vliegduiven trainen elke ochtend volgens het rouleersysteem. Lange trainingstijden worden bij mij niet gevlogen. Ik zie het nut niet van een training van uren, zoals ik wel eens lees. Een marathon loper loopt ook niet dagelijks een halve marathon om te trainen. Zou hij/zij dat wel doen dan zal ten koste gaan van zijn prestatie als hij/zij een wedstrijd moet lopen !  Nee, ik zie meer heil in het intensief trainen voor kortere duur en als de afstanden groter worden vaker trainen tot wel drie keer per dag. De duiven behouden dan hun opgebouwde energievoorraad die ze kunnen benutten tijdens de wedvluchten. Bovendien zie ik onderweg regelmatig koppeltjes duiven boven hokken rondjes draaien, wat totaal niks met trainen te maken heeft. Nogmaals de vergelijking met de marathon loper: deze traint ook niet door met de vrouw in de arm een rondje door de buurt te wandelen voor het slapen gaan. Bovendien zijn deze rondslenterende duiven een opvallende en makkelijke prooi voor onze vijand nummer een: de roofvogel.

 

Als de tijd het toelaat breng ik mijn duiven een maal per week weg, dit tot maximaal 40 kilometer. Ook hier zie ik het nut niet in van verder wegbrengen. Het doel is dat de duiven voordeel hebben van het herkennen van het laatste stuk naar huis en zich makkelijker losmaken uit een klad wedstrijddeelnemers. Bovendien laat ik de duivinnen en doffers tegelijk los en laat ze thuis even een half uurtje samen om het weduwschap en eventueel onderlinge jaloezie scherp te houden. Het wegbrengen is afhankelijk van mijn tijd en niet van het weer. Extreem weer uitgezonderd. Afgelopen woensdag had ik even gelegenheid en werden de duiven weggebracht terwijl de lucht zwaar bewolkt was en er af een toen een buitje regen viel. Er stond een stevige wind kracht 5. Ik bracht ze 25 kilometer weg en had de klok scherp gezet om te testen. De duiven stonden binnen een kwartier na het lossen in de klok ( Ze hadden de harde wind mee :-) ). Zo snel kon ik niet eens thuis komen. Waarschijnlijk zijn ze als een groep thuisgekomen en ook als een groep naar binnen gestort: ik had tien duiven in de klok staan terwijl er toch vijftien duiven weggebracht waren en ze ook alle vijftien weer in het hok zaten. Dus sneller naar binnen dan de Unikon verwerken kon. Straks als ik ze pak om vanavond in te korven, allemaal maar even boven de antenne houden om de chippies te checken. 

 

Vanavond korven wij in voor Boxtel. Wat voor mijn duiven een afstand betekend van 145 kilometer. Het weer lijkt niet zo heel slecht dus het moet een mooie vlucht kunnen worden. De spanning bouwt zich langzaam weer op : De eerste vlucht staat op stapel, vanavond voor de eerste maal dit seizoen inkorven en voor mij de eerste wedvlucht met oude duiven op onze nieuwe locatie : De Bunyip Farm.

 

En hoewel de vitesse vluchten voor mijn duivensportbeleving ondergeschikt zijn, voel ik toch die gezonde spanning : zal ik er vroeg bij zitten…………………………….